We herkennen vast de foto wel van de opstelling waarmee Andries ons vorig jaar verraste, geen bonsai maar een pot met wilde planten, een Kusamono. Tijdens de bijeenkomst in juli willen we met de leden die mee willen doen een Kusamono proberen te maken en daarom eerst even wat theorie. Het woord Kusamono (spreek uit als K’samono) bestaat in Japan nog niet zo lang. Het woord is net als bonsai trouwens nog geen 150 jaar oud. De traditionele Japanners die een tokonoma inrichtte met een suiseki of bonsai opstelling ontdekten dat zo’n opstelling pas echt “af” was als daar iets kleins als accent werd bijgeplaatst. Oorspronkelijk kwamen hier alleen zeer fraaie berggrasjes in bonsai schaaltjes voor in aanmerking die dus fungeerde als accentplant. Deze noemde men Kusamono, Kusa = gras en Mono = ding. Als een Kusamono het hoofdobject is in een opstelling dan gebruiken we het woord Kusamono. Maar als de Kusamono ten dienste staat van een bonsai of suiseki dan noemen we deze plant een Shitakusa (spreek uit als Sh’tak’sa). Ook bij het maken van een Kusamono gelden allerlei regeltjes die het vormen van een interessant beeld kunnen vergemakkelijken. je aan de regels houden hoeft niet maar is soms wel handig. Werden de vroegere planten in bonsaischaaltjes geplant, tegenwoordig is er veel meer mogelijk. Zo kun je planten plaatsen op rotsen, stukken drijfhout en uiteraard in speciaal daarvoor vervaardigde schalen en schotels. Een Kusamono bestaat uit verschillende wilde planten die tesamen een fraai geheel vormen, een landschapje in het klein dus. In dit landschapje heb 3 verschillende gebieden, de top, de middenlaag en de onderlaag. Bij het opmaken probeer je dus hier aan te voldoen. Zo worden grassen meestal gebruikt voor de top, bloeiende plantjes voor het middensegment en op de bodem groeit een bodembedekker, mos of korstmossen. Het is belangrijk om planten bij elkaar te voegen die dezelfde verzorgingseisen stellen. Vetplanten in een pot samen met een oeverplant uit de vijver geeft problemen. Sowieso omdat we eigenlijk al zien dat die niet bij elkaar horen maar ook omdat de verzorging totaal verschillend is, de ene droog en de ander nat. Waar zorg je zelf voor? Wil je meedoen laat dat dan even weten aan een van de activiteitencommissieleden. De club zal zorgen dat er plantjes aanwezig zijn maar dat neemt niet weg dat het zelf verzamelen waarschijnlijk veel leuker is. Zoek naar fraaie grasjes, varens en wat je vooral zelf mooi vind. Ook heb je iets nodig om de planten op vast te zetten zoals een stuk hout of een rots. Wil je de planten in een mooie pot of schaal zetten dan kan dat natuurlijk ook maar die moet je dan zelf meenemen.
Heb je nog vragen dan weet je waar je die kunt stellen.
