Verslag van de bijeenkomst van 10 maart
Door Tom van Wanum
Voor deze clubbijeenkomst was Bart Verstappen uitgenodigd.
Bart heeft de gave om allerlei zaken rond bonsai op een zeer heldere en positieve manier te verduidelijken. Als je boom besproken is door Bart kun je, als je goed hebt geluisterd, weer een paar mooie passen zetten die je boom op weg helpt een bonsai te worden. Op de tafel voor Bart was een mooie verzameling loofbomen geplaatst door leden die er iets over wilde weten of gewoon omdat het al een hele mooie boom is.
Bart stelde bij het bespreken van de bomen steeds 2 vragen:
Wat wil ik?
Wat ga ik doen?
Je steeds afvragen wat je plan is en daar je handelingen op afstemmen is belangrijk. Doe je dat niet dan kun je vele jaren met je boom bezig zijn zonder dat die echt veel beter gaat worden. Verder nog een opmerking om te onthouden: “Het één gaat altijd ten koste van het ander”. Bij de boombespreking werden de onderstaande zaken besproken. Patrick heeft met Acer ‘Deshojo’ een probleem omdat er een belangrijke tak onderaan is afgestorven. Er is al een poging gedaan met het aanenten van een tak van deze boom. Rond gebogen en bevestigd aan de stam. Volgens Bart zal het succes erg klein zijn. Deze tak is erg dun ten opzichte van de rest van de takken en de sapstroom is daardoor ook weinig. Beter is te zoeken naar een ander oplossing door er bijvoorbeeld een kleinere Acer naast te planten. Er zit al een ruimte bij de nebari waar een kleine ’Deshojo’ best in zou passen, zeker als de compositie iets meer hellend naar links geplaatst zou worden. Verder deze Acer niet pinchen maar de takken terugsnoeien op 2 knoppen. Van takken die te hard groeien kan in de zomer het bladoppervlak worden verkleind. Wat betreft het wegsnoeien van de stomp van de afgestorven tak is het belangrijk te zien of er rond die tak een kraag aan de basis zit. Als dat zo is dan kan de stomp worden verwijderd. De boom groeit vanuit die kraag de wond dicht.
Is er nog geen kraag zichtbaar dan is het beter een stomp te laten staan en te wachten tot die indroogt en er een kraag wordt gevormd, dan kan de stomp worden verwijderd. Tot de stam wegsnoeien zonder dat er een kraag is geeft kans op dieback.
Een pruikenboom (Cotinus coggygria) van Tom met de vraag hoe de lelijke wonden door ingroei van draad minder zichtbaar kunnen zijn. Meest simpele oplossing was de boom iets te draaien zodat de levenslijn nog goed te zien zou zijn maar de lelijke tak wat meer verborgen zou worden door de stam. Uiteraard nodigde deze boom uit voor meer gespreksstof. Zo zag Bart dat groei afgelopen jaar niet echt best was geweest en stelde voor langzaam zwaarder te gaan mesten en dat ook langer vol te houden. Volgens hem kan er in september en soms begin oktober nog goed een stikstofrijke mest gegeven worden. Dit moet namelijk de vorraad worden voor het uitlopen volgend jaar. Bovendien spoelt de N makkelijk uit en resrteert vooral de P en de K. Het advies is wel niet overdrijven, langzaam opbouwen.
Duik ‘es in de boeken!!
Een imposante stam van een moerbei (Morus) van Andries. Op de imposante stam veel kleine scheuten en enkele afgestorven takjes. Deze takken ogen wat iel en Bart adviseert aandacht te hebben voor de groeikracht. Het kan een probleem zijn met de wortels dus die zouden ook even bekeken moeten worden. Wat betreft het mengsel voor de moerbei kan worden gevormd door grove akadama, zeven dus, te mengen met een weinig 10% potgrond. Dit is goed voor het bodemleven. De grond na het oppotten niet aandrukken want dan druk je de lucht uit de grond. Gebruik een wortelstimulator alleen volgens de gebruiksaanwijzing en kijk heel goed uit als je al een goed mycorrhiza stelsel hebt. Bart is van mening dat de Perzisch ijzerhout (Parrotia persica) van Paula er goed uitziet met mooie knoppen. Vorig jaar liep de boom volgens Paula de 2e keer minder goed uit dan zij gewend was. Het wordt niet helemaal duidelijk wat de oorzaak daarvan kan zijn. Wel wordt er nog gevraagd of de schaal niet wat groter zou kunnen. Dit zodat er meer water voorhanden is in de zomer. Volgens Bart heeft de huidige pot volume zat. Wat kan helpen om de verdamping te remmen is wat van de bovenlaag af te krabben en af te dekken met mos. Dit verkoelt en houdt de verdamping tegen. Eventueel in het najaar de mos verwijderen bij veel regen. Is het een loofboom, bouw hem dan op als een loofboom! Corrie toonde ons en Bart een Acer palmatum ‘Beni chidori’ waar ze problemen mee heeft. Deze Japanse esdoorn loopt roze uit en is in de zomer groen. Het probleem is dat deze boom bij Corrie verdroogt. In haar tuin is veel zon en geen schaduw. Om de verdroging tegen te gaan is de boom al in een grotere pot gezet maar ook dat helpt niet. De conclusie is eigenlijk dat de tuin van Corrie niet geschikt is voor dit soort bomen. Wat ook niet meehelpt is dat bomen met dit soort bladeren, roze dus zonder bladgroen, zwakke broeders zijn.
Ricardo is op zoek naar een andere stand voor zijn vuurdoorn (Pyracantha spec.). Een lastige boom omdat de takken stijf en moeilijk buigzaam zijn. Ook groeien de snoeiwonden niet mooi dicht. Dus al zeer vroeg selecteren welke tak je wilt behouden en welke niet. Gedurende dit jaar takken selecteren en de juiste voorkant zoeken. Vraag eventueel hulp tijdens de clubbijeenkomsten.
Een paardenkastanje (Aesculus hippocastanum) van 60 jaar oud! 60 Jaar geleden gezaaid en altijd verzorgd door Puck, dat is toch iets waar je trots op mag zijn. Het advies van Bart is helder, het hoeft geen bonsai te worden die aan alle regels voldoet, koester deze boom zoals hij is. De Japanse sierkwee (Chaenomeles) van Marthe staat niet vast in de pot. Aangeraden wordt te checken of er iets is met de wortels en zo niet hem dan vaster te zetten. Het heen en weer kunnen bewegen van de boom zorgt er voor dat de worteluiteinden steeds weer beschadigen en deze zijn onmisbaar voor de opname van water en voedingsstoffen. Vicente heeft een flinke sering (Syringa) bij zich die hij een dag eerder heeft verpot. Hij vindt de blootliggende wortels mooi en dat is natuurlijk prima. Het is een boom met groot blad en grote bloemen dus zorg dat je een bonsai hebt in die verhoudingen, groot dus.
De berk (Betula pendula) van Marijke doet wat berken vaak doen, wisselen groei af met afstoten van twijgen en takken. Berken geven heel makkelijk takken op. Als er ergens een tak hard groeit stoot de boom een minder hard groeiende, lager gepositioneerde tak makkelijk af. De berk hoort tot de A,B,C bomen . De esdoorns, berken en haagbeuken bloeden langdurig als ze te laat worden gesnoeid in het voorjaar. Dus of ruim voor het uitlopen doen of nadat de boom geheel is uitgelopen. Bij de Haagbeuk (Carpinus) van Marijke zit alle groei hoog in de boom. Het advies is om in het najaar een keuze te maken van de te behouden takken en veel weg te snoeien. Hierdoor zal de boom zijn kracht ook gaan verdelen over de lagere takken.